Voorbeeld van vertalingen van de diverse tijden met het werkwoord emplir = vullen
persoon présent passé simple imparfait
ik ik vul ik vulde ik vulde
jij jij vult jij vulde jij vulde
hij / zij hij vult hij vulde hij vulde
wij wij vullen wij vulden wij vulden
jullie jullie vullen jullie vulden jullie vulden
zij zij vullen zij vulden zij vulden
passé composé plus que parfait futur conditionnel
ik heb gevuld ik had gevuld ik zal vullen ik zou vullen
jij hebt gevuld jij had gevuld jij zult vullen jij zou vullen
hij heeft gevuld hij had gevuld hij zal vullen hij zou vullen
wij hebben gevuld wij hadden gevuld wij zullen vullen wij zouden vullen
jullie hebben gevuld jullie hadden gevuld jullie zullen vullen jullie zouden vullen
zij hebben gevuld zij hadden gevuld zij zullen vullen zij zouden vullen
conditionnel passé subjonctif infinitif gerontif :
ik zou hebben gevuld ik vul vullen vullende
jij zou hebben gevuld jij vult
hij zou hebben gevuld hij vult
wij zouden hebben gevuld wij vullen
jullie zouden hebben gevuld jullie vullen
zij zouden hebben gevuld zij vullen
gebruik van de diverse tijden    
passé simple Wordt gebruikt voor handelingen die gezien vanuit het moment van spreken in het verleden plaatsvonden en afgerond zijn.
imparfait Wordt gebruikt voor het weergeven van: (1) een gewoonte (handeling), (2) een toestand/ beschrijving van karakter,uiterlijk, kleding, gemoedstoestand en landschap, (3) een handeling die aan de gang was.
passé composé Le passé composé wordt gebruikt voor alle op zichzelf staande feiten, nieuwe, éénmalige gebeurtenissen, alle afgesloten handelingen
plus que parfait
conditionnel Met de conditionnel présent kan je een voorwaarde uitdrukken.
conditionnel passé De conditionnel passé gebruik je om een voorwaarde in het verleden te stellen.
subjonctif Men gebruikt het subjonctif in een onderschikkende bijzin die begint met `que`, na werkwoorden die een gevoel weergeven.